Postmaster Digital Design & Architecture: een nieuwe generatie vormgevers van het digitale domein
De informatiehuishouding van de overheid is pas op orde wanneer die een responsieve overheid mogelijk maakt. Informatie moet mensen helpen en hen niet vermorzelen in de wet- en regelgeving. Er zijn professionals nodig die anders denken over de architectuur van informatie. De gloednieuwe postmaster Digital Design & Architecture aan de Universiteit van Twente moet die mensen gaan leveren.
Tekst: Karina Meerman
Pauluskerk Rotterdam
Het was een contrastrijke middag in het Diaconaal Centrum Pauluskerk in Rotterdam. Terwijl op de begane grond dak- en thuisloze Rotterdammers op adem kwamen, werd een verdieping hoger een nieuwe universitaire studie gelanceerd in het bijzijn van ambtenaren, architecten en academici. De bijeenkomst werd in de Pauluskerk gehouden omdat men hier als geen ander de verhalen kent van mensen in nijpende situaties, waar zorg en overheid vaak tekortschieten. Regeringscommissaris Informatiehuishouding Arre Zuurmond: “In de infrastructuur van bureaucratische organisaties gaat te veel geld om dat niet genoeg bijdraagt aan de samenleving. Responsief werken betekent denken vanuit het vraagstuk en daarmee naast in plaats van tegenover de burger of het bedrijf gaan staan. Deze opleiding wil mensen trainen op die manier te denken, zodat zij het andere kunnen leren. We gaan niet praten over API’s, we gaan dingen doen.”
De postmaster Digital Design & Architecture is een tweejarige opleiding aan de Universiteit van Twente, die 2 november start. Er zijn 25 plaatsen beschikbaar.
Een responsieve overheid
Van de website van de Universiteit van Twente: “De architect is de belangrijkste functionaris als het gaat om het ontwerpen van de informatiehuishouding, de ontwikkeling van digitalisering en de transformatie”. De post-master wil professionals verder opleiden zodat zij in de eerste plaats geschoold zijn in het oplossen van maatschappelijke vraagstukken.” Volgens Zuurmond is de informatiehuishouding van de overheid pas echt op orde wanneer deze een responsieve overheid mogelijk maakt.
“Een responsieve overheid beschikt over informatie om mensen te helpen en zet zich daarvoor in. Door een responsieve overheid kunnen mensen zich, al dan niet via de media, goed laten informeren en een mening vormen over beleidsvorming en participeren in besluitvorming. Er is vertrouwen en betrokkenheid en burgers voelen zich gehoord. Dat is het uiteindelijke doel van een verbeterde informatiehuishouding.”
Een tijdlijn van misplaatste hulp
Als er iemand is die goed duidelijk kan maken hoe niet-responsief de overheid nu is, dan is dat Michelle van Tongerloo, huisarts op IJsselmonde en straatarts bij de Pauluskerk. Zij deelde het levensverhaal van Rilana, een vrouw die een zware start had in het leven en daarna door ontstellende pech werd getroffen. In vijftien minuten schetste Van Tongerloo haar tijdlijn. Ziekte, misbruik en schulden (door het toeslagenschandaal) spelen een overweldigende rol in het leven van deze vrouw en haar kinderen. Een batterij aan verschillende hulpverlenende organisaties werkten langs elkaar heen (met de nodige bijbehorende kosten), maar de basis werd nooit opgelost. En elke keer weer moest deze vrouw haar doopceel lichten, bewijzen dat ze kon en wilde, en nooit was het genoeg. “De regels die we hebben bedacht maken hulpverlening enorm ingewikkeld. Ze helpen mensen niet, ze jagen mensen op.”
Het beeld ontstond van een harteloze overheid die meer vertrouwen heeft in de mensen die de regels maken dan in de mensen die ze uitvoeren. Van Tongerloo zei: “We zien de desastreuze gevolgen van marktwerking in de zorg. Iedereen ziet het, maar de verantwoordelijkheden van professionals zijn zo zorgvuldig opgedeeld dat niemand meer iets kan doen. Onze gemeenschappelijke problemen kunnen we niet meer gemeenschappelijk oplossen, maar we geven steeds meer geld uit aan controle en opsporing.”
Een plan voor de lange termijn
Na dit verhaal over een vrouw die vermalen is door de regelgeving en instanties, vertelde Marco Pastors over een gemeenschap. De directeur Nationaal Programma Rotterdam Zuid (NPRZ) maakte in 2012 een plan voor 20 jaar. Het NPRZ kijkt naar het grote plaatje van school, werk en wonen. “Hulpverlening dwingt mensen in de schulden bijvoorbeeld om te stoppen met roken. Maar dat lost hun grote problemen niet op, maar niet roken vinden ze vaker belangrijker dan echte hulp. Dat is het niveau waarop we werken.” Veel kleine zaken hebben geleid tot grote achterstanden bij de 200.000 inwoners ‘op Zuid’. Ook het toeslagenschandaal hakte er hard in. In een gebied waar slechts 1,2 procent van alle Nederlanders woont, woont 5 procent van alle gedupeerden. Pastors zegt: “Als er iets met deze mensen gebeurt, gaat het ook gelijk echt fout.”
Na iedere nieuwe verkiezing en formatie staat Pastors aan het bureau van de nieuwe bestuurder en legt hij uit waar NPRZ aan werkt, wat nodig is. Waar de grenzen liggen van wat NPRZ wel en niet doet. Toen Pastors begon met het plan kreeg 28 procent van de kinderen in Rotterdam-Zuid havo-vwo-advies, vergeleken met 55 procent landelijk. Die 28 procent is gestegen naar 39 en hij is trots. “Daarnaast hebben we meer kinderen op vmbo-4 dan de andere grote steden. We leren ze techniek en zorg. Dat pak niemand ze meer af.”
Over het toeslagenschandaal zei hij: “Het is onder mijn neus gebeurd en ik heb het niet in de gaten gehad. Er is één moment geweest dat ik iets had kunnen weten. Toen de sociale dienst tegen me zei: ‘we zijn zelf de kinderopvangformulieren gaan invullen, want het was te moeilijk voor de mensen. Maar zelfs wij vulden 73 procent fout in’. Toen had ik moeten denken: wat doen we mensen aan?”
Wat is op orde?
Na deze twee sprekers vroeg Zuurmond: “Wat is dat eigenlijk, op orde brengen? Stel dat ik de informatiehuishouding opruim en wat we nu hebben blijft zo functioneren, maar dan op orde, dat is toch niet wat we nodig hebben?” Hij legde uit dat de architecten van nu kijken naar de situatie van nu. Vandaar de nieuwe opleiding, die in nog geen half jaar praten en denken tot stand is gekomen. “We willen geen architecten meer die praatplaten nodig hebben om met management te praten.” Hij riep het publiek op zich te melden voor de opleiding, die open staat voor alle leeftijden en alle professies.
Inspirerend Roombeek
Professor Marielle Stoelinga van de Universiteit Twente haalde de wijk Roombeek aan, die na de vuurwerkramp in 2000 opnieuw is opgebouwd. “Dat was de inspirerende overheid. Goed opdrachtgeverschap, actieve bewonersparticipatie, coherente regie tijdens de uitvoering en een toparchitect met visie.” Vervolgens legde zij uit hoe de opleiding is gestructureerd en welke moderne didactische vormen gebruikt worden. Het doel is vooral vanuit praktijkvraagstukken te werken, deelnemers doen veel zelf en delen veel kennis zodat het collectief van elkaar leert. Met groot enthousiasme riep Stoelinga op naar de open dag te komen of direct in te schrijven voor de opleiding, die zich richt op de vraagstukken uit de praktijk en vervolgens breed oriënteert om oplossingen te genereren. Denk aan structuren, technologie, gedrag, etc. Men gaat ook aan de slag met ethiek, leiderschap, de opensource-gedachte.
Dat was allemaal nogal ver verwijderd van de praktijk van Van Tongerloo, waar de middag mee begon. Zij zei: “Als we opleidingen maken voor mensen die beleid moeten gaan maken, maak dan een verplicht quotum voor mensen die beleid hebben ondergaan. Als een vrouwenquotum, maar dan voor mensen van de ‘onderkant van de samenleving’.”
Hier beginnen
Het publiek wilde meer weten over de inhoud van de opleiding, over draagvlak bij bestuurders, het meenemen van de gehele organisatie en de rol van de architect hierin. Iemand uit het publiek vroeg zich af wat studenten precies gaan leren en hoe de verhalen van Michelle en Marco hier een plaats in krijgen. Hij citeerde Ford, die zei alle kleuren auto’s te kunnen leveren zolang ze maar zwart zijn. En zwart is in dit verhaal dan dezelfde IT, maar beter. Stoelinga antwoordde dat er daarom 3 verschillende leerlijnen zijn. Het is geen technische opleiding, maar het gaat over de basis van architectuur. Daarnaast wordt geleerd over leiderschap en bestuur, maar ook ethiek en andere dingen zoals opensource.
Men maakte zich zorgen dat de hogere echelons nog niet klaar zijn voor een andere manier van denken. Zuurmond zei: “Dit is waar wij beginnen, met deze opleiding. Zonder veranderbereidheid bij bestuurders kan een moderne architect zijn werk niet gaan doen. Wij zoeken dus bestuurders die ons opdrachten willen geven, aan ons de ‘anders architecten’. Onze focus is anders.”
Een begin wordt al snel gemaakt: vanaf 15 september is er op vijf opeenvolgende vrijdagen een voorprogramma waar succesvolle architecten vertellen over hun vak, worden er vakmatige zaken aangestipt en spreken medewerkers uit de praktijk over hun uitdagingen. Plaats van handeling is het Nationaal Archief in Den Haag. Er wordt een bijdrage gevraagd van € 250. Aanmelden kan door een mail te sturen aan regeringscommissarisihh@rijksoverheid.nl.
Informatie over de opleiding is te krijgen bij programmamanager John Waser: John.Waser@rijksoverheid.nl