CIO’s moeten stevig aan het stuur

Een nieuwe inrichting van processen en informatiedeling vraagt om een ander soort chief information officer (m/v). Bij de overheid is de functie tot op heden vooral gericht op beleid maken voor IT-beheer. Maar wat we nodig hebben is sturing op de gehele I-functie. Deze CIO’s hebben vandaag de dag niet voldoende doorzettingsmacht, niet voldoende positie om te doen wat nodig is. Een CIO moet minder van de bedrijfsvoering zijn (denk aan ondersteunende processen als HR en financiën) en meer van de innovatie van de primaire processen: de processen die direct zijn gericht op de burger en de samenleving. Daarbij heeft het geen zin om de huidige rol en positie van CIO, die vooral in de IT-kolom functioneert, in de bestaande governance te vervolmaken. De CIO-rol moet opnieuw worden ‘opgebouwd’ tot die van een CIO die door het innoveren van de primaire processen en door goede digitalisering werkt aan het vergroten van de publieke waarde van de overheid.

CIO Rijk jaagt transformatie aan

De directie CIO Rijk moet vanuit de mogelijkheden die de I-functie biedt, de transformatie naar een proactieve, responsieve overheid leiden. Dat betekent dat de CIO Rijk ook meer op data en innovatie moet kunnen sturen, om zodoende bij te dragen aan het veranderen van het huidige divisiemodel naar een overheidsbrede shared serviceorganisatie. Privacy, beveiliging, archivering en openbaarheid moeten als één samenhangend geheel ingericht en aangestuurd worden en niet als aparte stafafdelingen. De sturingsinstrumenten die de CIO daartoe moet inzetten zijn architectuur, een informatieplan, standaardisatie en interoperabiliteit. Uiteindelijk zou de functie ook overheids-CIO moeten zijn, niet rijks-CIO. En deze overheids-CIO zou alle CIO’s binnen de overheid meer moeten kunnen aansturen, met behulp van vastgestelde, verplichtende architectuur- en standaardisatieafspraken.

Die nieuwe positie van de CIO, met de bijbehorende bevoegdheden en middelen, moet in de Algemene Informatiewet geregeld worden. De CIO moet een positie op SG-niveau hebben zodat hij de juiste doorzettingsmacht heeft. Hij moet een samenhangende advisering richting de uitvoering kunnen geven en integrale interventies kunnen doen zonder op afdelingsmuren te stuiten.

Architectuur naar soorten werk

Dat vraagt om een transformatie van een verticaal politiek-bestuurlijke, bureaucratische overheid (met divisiestructuur) naar een horizontaal, integraal samenwerkende overheid (open netwerkstructuur, data-ecosystemen). Het denken en doen vanuit de eigen afdeling, vanuit een divisiemodel – vaak met artikel 44 van de Grondwet als rechtvaardiging – past niet bij de huidige netwerksamenleving. Ook om die reden moet de CIO een aantal overkoepelende sturende bevoegdheden krijgen, zodat hij het responsieve overheidsdenken kan faciliteren vanuit ICT en digitalisering.

Daarbij is architectuur nodig die is ingericht naar soorten werk, en niet naar organisaties. Dus: er is een architectuur voor proactieve dienstverlening, een architectuur voor handhaving, een architectuur voor inspectie, enzovoort. Is er een bouwopdracht voor een bepaalde applicatie – laten we zeggen voor handhaving – dan legt de minister die naast de architectuurafspraken voor handhaving. Voldoet de opdracht aan de afspraken, dan kan de aanbesteding doorgang vinden.

Aanbevelingen

  1. De CIO moet meer bevoegdheden krijgen: op SG-niveau. Deze bevoegdheden gebruikt hij niet alleen om te sturen op een efficiënte ICT, maar meer nog om te sturen op een effectieve digitalisering; dat is het hart van de transformatie.
  2. Transformatie en innovatie moeten centraal staan in het denken en handelen van de CIO. Dat betekent: het beëindigen van de divisiestructuur, het aanleggen van een overheidsbrede cloudvoorziening, het faciliteren van datagedreven werken, en toewerken naar de proactieve, responsieve overheid. De CIO moet ervoor zorgen dat de uitvoerend professional kan excelleren door slimme digitalisering met goede zekerheden voor privacy en beveiliging, transparantie en verantwoording. Hij moet zich tot het uiterste inspannen om de uitvoerend professional optimaal te faciliteren om te kúnnen excelleren.
  3. De instrumenten die de CIO ten dienste staan, moeten naar een hoger niveau. Dat gaat vooral over architectuur en het denken over architectuur. Daarin kunnen we drie lagen onderscheiden: de proceslaag, de datalaag (gegevensbronnen) en de technologielaag (bijvoorbeeld de rol van de cloud en AI). Dat sturen met architectuur op de proceslaag – waarin het in ultimo gaat over de kwaliteit van de dienstverlening – is nieuw voor de CIO.
  4. Zorg dat de CIO zeggenschap heeft op het niveau van ecosystemen en níét alleen op het niveau van de afzonderlijke organisaties. Daarmee wordt het gehele ecosysteem naar een hoger niveau getild.

Dit stuk bevat de conceptbevindingen van Arre Zuurmond, voormalig regeringscommissaris Informatiehuishouding over de maatschappelijke informatiebehoefte. Later dit jaar verschijnt er een boek met zijn uitgebreide bevindingen.

Meer lezen over dit onderwerp:  position paper met het interview van drie CIOs en een CTO 

Praat vooral mee via de LinkedIn groep Informatiehuishouding Overheid